Psalm 114
1. Toen Jakobs voetvolk Egypte verliet
werd Juda heilig, verheven gebied,
regeerde God de stammen.
Bang was de zee, weg vluchtte de Jordaan.
Er bleef van schrik geen berg of heuvel staan:
ze sprongen op als rammen.
2. Zee en Jordaan, waarom angstig gevlucht?
Waarom, gebergte, zo’n sprong in de lucht;
wat sta je bang te trillen?
‘Beef, aarde, krimp voor Jakobs God ineen!
Hij liet fris water stromen uit de steen
om alle dorst te stillen.’
Gebruik in diensten
Wij willen u aanmoedigen De Nieuwe Psalmberijming binnen uw kerkelijke gemeenschap te gebruiken. U dient wel een CCLi Licentie te hebben afgesloten.
Liednummer rapportage CCLi 7071312