Psalm 59
1. Mijn God, bevrijd mij van de mensen
die onrecht doen en mij verwensen.
Bloeddorstig staan ze om mij heen;
bescherm mij, laat mij niet alleen.
Ze loeren, leggen hinderlagen,
hoewel ik mij niet heb misdragen.
Word wakker, HEER, zie naar mij om;
ze vallen aan, sta op en kom!
2. Ontwaak, Heer van de hemelmachten;
God van uw volk, laat mij niet wachten.
Vecht tegen onrechtvaardigheid;
straf ieder volk dat U bestrijdt.
Verraders zwerven rond als honden;
een stroom venijn komt uit hun monden.
Scherp als een mes is ieder woord.
Ze denken dat U het niet hoort.
3. Al zijn hun woorden scherp als dolken,
U lacht om alle heidenvolken.
U, HEER, mijn vesting, sterke God,
drijft met uw vijanden de spot.
Vernietig hen, maar wacht nog even;
laat hen een tijdlang dakloos leven,
zodat mijn volk hun lijden ziet –
en spaar daarna hun leven niet.
4. Ze blijven trots het kwaad verspreiden.
Gun niemand van hen medelijden.
Sla woedend toe, maak zo bekend
dat U de God van Jakob bent.
Verraders zwerven rond als honden;
een stroom venijn komt uit hun monden.
Ze janken in de duisternis
wanneer er niets te halen is.
5. Ik zing voor U, Heer, elke morgen,
want U zult altijd voor mij zorgen.
U bent de rots op wie ik bouw;
mijn sterke God, U blijft mij trouw.
Gebruik in diensten
Wij willen u aanmoedigen De Nieuwe Psalmberijming binnen uw kerkelijke gemeenschap te gebruiken. U dient wel een CCLi Licentie te hebben afgesloten.
Liednummer rapportage CCLi 7133400