De jongste versie van onze oudste liedjes
Door ds. Alex van Ligten | Bron: Kerkblad Protestants Sneek
Ongetwijfeld is de door ons al sinds de jaren zestig gebruikte psalmberijming de allerbeste tot nu toe. Er hoeven niet elke zondag drie of vier psalmen in de dienst, maar minstens eentje, meestal om de dienst mee te beginnen, houden we er zeker in. De berijmers zijn inmiddels legendarisch: de dichterkring die zich 'Het Landvolk' noemde: Ad den Besten, Willem Barnard, Muus Jacobse, Jan Willem Schulte Nordholt en Jan Wit, af en toe zelfs Martinus Nijhoff erbij, in het conferentieoord De Pietersberg in Oosterbeek. Professor K.H. Miskotte als grote aanjager van het stel. De kerk op haar allerbest.
Heel soms, maar hoe zou dat te vermijden zijn geweest, staan er ook wat drakerige zinnen in, en soms, dat konden de berijmers ook niet helpen, krijgen ze een onbedoelde bijklank. Een voorbeeld: Psalm 102 begint met:
‘Heer, hoor mijn gebed, laat blijken
dat mijn klachten U bereiken’.
Ik zie meteen een loket voor me, met daar een hoofd achter waaraan je kunt zien dat de klacht die jij gaat uiten de gewenste persoon of instantie stellig niet zal bereiken. Dat is een effect dat Jan Wit en Schulte Nordholt die de psalm berijmden, niet beoogden. Zelfs de 1773-vertaling is ietsje beter (in mijn oren):
‘Hoor, o Heer, verhoor mijn smeken,
laat m’ uw bijstand niet ontbreken.’
Alhoewel, aan het woord bijstand zit intussen ook een onprettig luchtje. Maar verder: gouden vondsten, dierbare teksten sinds mijn jeugd, dus wat mij betreft: niks meer aan doen. De samenstellers van de liederenbundel van 2013 hebben dat tenminste ook uit hun hoofd gelaten. (In dat boek staan, naast veel mooie liederen, ook gênante, onmuzikale, theologisch-foute en nietszeggende producten, lees bijvoorbeeld de teksten eens van de liederen 719 en 880). Dus ik heb bij die psalmen gedacht tot mijn laatste snik mooi te kunnen meezingen (nou ja, mooi…., de laatste tijd is het meer meebrommen), in elk geval instemmen met regels als
‘Hij is een groene boom die staat geplant
waar waterbeken vloeien door het land’ (Psalm 1:2)
‘Dan ga ik op tot uw altaren,
tot U, o bron van zaligheid’ (Psalm 43:4)
‘De wet, o Heer, die Gij aan mij beveelt
is als een lied mij, als een spel van snaren’ (Psalm 119:21)
en coupletten met ‘lieflijke landouwen’ (Nijhoff in de bocht in Psalm 16) en ‘het dal van koren blond’ (Barnard op zijn best in Psalm 65).
Lees ik me daar ineens tot mijn schrik dat er een nieuwe psalmberijming verschenen is. Gemaakt door mij totaal onbekende dichters, waaronder een aantal (o schrik) dominees. ‘Wat krijgen we nou weer?’ klinkt mopperend mijn oudemannenklacht. Toch maar dat boek bestellen en eens kijken. Lichtelijk bevooroordeeld dus, vanwege het Landvolk uit de jaren vijftig/zestig.
Als het strak en eenvoudig uitgegeven boekje met nieuwberijmde psalmen bezorgd word, ga ik benieuwd lezen. En word bij elke bladzijde enthousiaster. De poging om de psalmen dichterbij de taal van nu te brengen lijkt me meer dan geslaagd. Ik heb nog lang niet alles gelezen, er zal nog best iets kunnen komen dat tegenvalt, maar van het begin
‘Gelukkig wie verkeerd gezelschap mijdt,
wie niet het pad kiest dat tot zonde leidt’ (Psalm 1)
tot het slot van Psalm 150 waar cimbalen rijmen op ademhalen, is het een plezier de teksten te lezen. Natuurlijk ‘mis’ je ook je vertrouwde zinswendingen, maar je krijgt er veel voor terug. Vergelijk in Psalm 25 eens de coupletten 6 en 7 met 5 en 6 in de nieuwe versie.
1967, door Willem Barnard en Muus Jacobse:
Wie heeft lust de HEER te vrezen,
‘t allerhoogst en heilig goed?
God zal zelf zijn leidsman wezen,
leren hoe hij wand’len moet.
Wie het heil van Hem verwacht
zal het ongestoord verwerven,
en zijn zalig nageslacht
zal ’t gezegend aardrijk erven.
Gods verborgen omgang vinden
zielen waar zijn vrees in woont;
‘t heilgeheim wordt aan zijn vrinden
naar zijn vreêverbond getoond.
‘d Ogen houdt mijn stil gemoed
opwaarts om op God te letten:
Hij die trouw is, zal zijn voet
voeren uit der bozen netten.
2021, door Arie Maasland:
HEER, vergeef mijn zware zonden,
alles waar ik mij voor schaam.
Help mij, richt mij niet te gronde;
doe het om uw goede naam.
Wie U dient, wie U verwacht
hoeft niet doelloos rond te zwerven.
Zijn gezegend nageslacht
zal de hele aarde erven.
Wat een wonder mag dit heten:
God laat ieder die Hem dient
zijn verbondsgeheimen weten.
Hij beschouwt hem als een vriend.
Op de HEER richt ik mijn blik;
door zijn trouw laat ik mij leiden.
Als ik vastraak in een strik,
zal Hij mij opnieuw bevrijden.
Ik vind het prachtig, ondanks het verloren gaan van Gods verborgen omgang en ’t gezegend aardrijk, maar de nieuwe tekst is duidelijk toegankelijker dan de oude. En alle ingeslikte woorden met apostrofjes en dakjes (’t heilgeheim, d’ogen, vreêverbond) die de oudere teksten wat oubolligs geven, zijn vermeden. Ik vrees wel voor de samenstellers (naast initiatiefnemer Jan Pieter Kuijper hebben er acht dichters en dichteressen aan de bundel meegewerkt) dat er gezeur gaat komen over de door sommigen als eenzijdig ervaren ‘mannelijke’ termen zoals in de bovenstaande coupletten ‘vriend’ en ‘hem’. Maar er is in elk geval voor een aantal kronkelige zinnen en in onbruik geraakte woorden nieuwe taal gevonden, zonder door te draven en er popi-teksten van te maken. Aan onze oudste liederenbron, de Psalmen, is door deze nieuwste berijming volop recht gedaan. Een aanrader, om thuis te lezen en mee te neuriën, en zeker ook om in de diensten te gebruiken.
De nieuwe psalmberijming is in de boekwinkel te koop voor € 22,50. Op de site www.denieuwepsalmberijming.nl valt meer te lezen over deze berijming, o.a. over de uitgangspunten en de makers.